Loading...

Sons Of Seasons - Magnisphyricon

Gepost in Reviews door Linda Heeringa op 29-04-2011

Tracklist

1. Magnisphyricon: Temperance (02:03)
2. Bubonic Waltz (05:47)
3. Soul Symmetry (05:01)
4. Sanctuary (05:56)
5. Casus Belli I: Guilt's Mirror (06:01)
6. Magnisphyricon: Adjustement (00:41)
7. Into the Void (05:17)
8. A Nightbird's Gospel (07:03)
9. Tales of Greed (04:56)
10. Lilith (05:30)
11. Casus Belli II: Necrologue to the Unborn (05:26)
12. Magnisphyricon: The Aeon (00:23)
13. 1413 (06:53)
14. Yesteryears (05:06)

Sons of Seasons is ontsproten aan het muzikale brein van Oliver Palotai, die (in 2007) naast Kamelot (waar hij keyboard speelt) zelf zijn eigen ding wou beginnen. Na veel lovende kritieken over hun debuut album (Gods Of Vermin) zijn ze nu toe aan hun tweede plaatje, getiteld Magnisphyricon. Het intro Magnisphyricon Temperance valt als niets anders als kippenvel opwekkend te beschrijven aangezien er veel gebruik wordt gemaakt van machtige violen en dat zelfs een beetje griezelig sfeertje geeft. Deze zoete melodieën gaan naadloos over in het nummer Bubonic Waltz dat ook gekenmerkt word door veel vioolwerk. Veel piano, heerlijke dubbele basdrum die net genoeg op de achtergrond blijft en een fenomenaal orgelstuk in het midden; voor mij is het plaatje voor een geweldig nummer compleet!

Soul Symmetry doet al meteen iets minder klassiek-achtig aan en begint met een pittig stuk gitaarwerk. Meer ruimte voor lekker bruut werk en iets minder voor klassiek, maar alsnog een erg mooi nummer. Misschien een tikje aan de langzame kant, wel met alle instrumenten op de goede plaats, en zelfs nog wat grunts erbij. We horen een bizarre bastoon met wat griezelig pianowerk ertussen, en dan gaat Simone Simons, zangeres van Epica en tevens Olivers vriendinnetje, zich er mee bemoeien. Sanctuary klinkt een beetje opera-achtig met mooie piano stukken. De gitaren blijven zich eerst een beetje koest houden, maar in het refrein mengen de violen zich ook weer in het nummer en komt het gitaarwerk ook wat meer naar voren.

Casus Belli I: Guilt’s Mirror begint ook weer een beetje spooky maar heeft een soort rauw 80’s rock sfeertje, met enkel bruut gitaarwerk en de stem van Henning in de coupletten. Ook het refrein knalt eruit als een machinegeweer en zo zal dit album niet alleen liefhebbers van symphonic metal maar ook die van de wat ruigere soorten aanspreken. We krijgen een in het Duits gesproken intermezzo getiteld Magnisphyricon Adjustment, wat heel plotseling overgaat in weer een ander spookachtig opera-achtige intro, dat van Into the Void, waar al snel de gitaren het overnemen van de violen en ik weer versteld sta van hoe goed de ruige stem van Henning bij al die symfonische elementen past.

A Nightbirds Gospel begint en ik heb meteen al een ‘wauw’ moment. Een begin met prachtige zang, waar de gitaren het helaas niet zo naadloos overnemen. Ik voel een redelijk complex nummer aankomen. Aardig wat ruige stukken in dit nummer waar half in gezongen en half in gescreamd word. Ondanks dat het een beetje een traag nummer is , klinkt het in mijn oren weer erg lekker! Weg met het spooky sfeertje in Tales of Greed, waar snoeihard gitaarwerk de bovenhand voert, met hier en daar een wat ingehouden stuk, met of zonder tinkelende piano. Ook hier word weer lekker hard in gescreamd en brengt de muziek op het randje van thrash metal, dus klinkt het kinderlijke stukje in de brug wel heel vreemd. Typisch geval van een beetje vreemd maar wel lekker! Lilith begint zeer liefelijk met speels getinkel op de piano maar uiteindelijk ontpopt dit nummer zich ook tot een meesterlijke combi van al het liefelijke en melodieuze van symphonic en de ruige scream elementen van heavy metal

Met Casus Belli II: Necrologue To The Unborn verwachte ik een soort voortzetting van Casus Belli I: Guilt’s Mirror, maar hier blijken de symfonische elementen juist weer de overhand te hebben. Een beetje traag nummer ook weer waar moeilijk in te komen valt, maar zeker niet mis is. Het laatste intermezzo, Magnisphyricon: The Aeon is aan bod maar na een paar seconden begint het nummer getiteld 1413 alweer. Weer een zeer complex nummer dat niet makkelijk te behappen is, maar waar de genialiteit van de componist duidelijk naar voren komt in weer een mix van prachtige refreinen, zoete violen, machtige vocale partijen en snoeiharde screams. Het album sluit af met het prachtige Yesteryears. Een prachtig langzaam nummer dat een passend slot geeft aan een werkelijk geweldig album. De kers op de taart, een geweldige bitterzoete ballad.

Het komt er wat mij betreft op neer dat Magnisphyricon eerst precies klinkt zoals verwacht: symfonisch maar geniaal, en later ontpopt tot een meesterlijke combinatie van zacht en hard. Een prachtig, zeer subtiel in elkaar gezet album waar duidelijk over na is gedacht. Dit plaatje wil ik zeker als origineel in mijn cd kast hebben staan. Het is dat we normaal gesproken geen cijfers geven, maar dit album verdient voor mij de spreekwoordelijke dikke tien!

Henning Basse - Vocals

Oliver Palotai - Keyboards, Guitar

Pepe Pierez - Guitar

Jürgen Steinmetz - Bass

Daniel Schild - Drums