Loading...

Borealis - The Offering

Gepost in Reviews door Linda Heeringa op 04-05-2018

Tracklist

01. The Fire Between Us
02. Sign Of No Return
03. The Offering
04. River
05. The Second Son
06. The Devil’s Hand
07. Into The Light
08. Scarlet Angel
09. The Awakening
10. The Path
11. Forever Lost
12. The Ghosts Of Innocence

Nog niet zo heel lang geleden klikte ik wat rond op youtube, en dit is echt gebeurd: mijn muis schoot uit op het filmpje dat ik eigenlijk wou aanklikken en in plaats daarvan klikte ik op de nieuwste single van Borealis, Sign of No Return. Ik wou mijn fout herstellen maar iets weerhield me; namelijk deze Canadese heren die me vanaf de eerste seconde meezogen in hun muziek en me niet meer los lieten. Zodoende bleef ik hangen en werd getrakteerd op 1 pot genieten. Dat noem ik nog eens een leuk ongelukje! Dus nu dubbel leuk nu ik ze ook nog eens in mijn review lijstje kreeg.

Borealis timmert al een decenium flink aan de weg maar op een of andere manier krijgen ze de laatste tijd eindelijk de verdiende spotlight. Ze worden nog het meest vergeleken met Evergrey, en ik denk dat die referentie ze te veel heeft overschaduwd. Ja, ze zijn qua sound wel degelijk een broertje van de bekende Zweden maar Borealis weet zeker hun eigen ding te vinden. Waar Evergrey nog best zwaarmoedig kan overkomen vind ik dat met Borealis zeer meevallen. De fantastische, dragende stem van frontman Matt Marinelli spreekt al genoeg boekdelen, eveneens de soepele melodieën op een ondergrond van even soepele, maar zeer stevige drums en gitaren. Een formule die mij nooit teleur stelt!

The Offering is alweer hun vierde plaat en Borealis laat hun ervaring duidelijk horen op dit schijfje. Zowat achteloos schieten de nummers je voorbij, ze vallen gewoon gelijk op hun plek desondanks dat ze toch fris geluid ten gehore brengen. De lyrics op dit album zijn op een manier religieus te noemen, maar je kan het op elke manier die je schikt interpreteren, wat volgens mij ook het geval moet zijn aangezien ze nou niet echt aangeschreven staan als white-metal.

Het enige minpunt dat ik kan vinden op dit album is de fade-outs. Veel nummers lijken te worden afgeraffeld aan het einde, door het snel weg te faden alsof je er snel vanaf wilt. Elk nummer staat als een huis en geeft je non-stop voldoening, en dan krijgt het zo’n bekaaid einde, net een zin zonder punt. Beetje zonde.

Openers The Fire Between Us en Sign of No Return zijn beide super solide plaatjes die je een goed beeld geven van wat Borealis in huis heeft, ze geven meteen vol gas maar blijven mooi behapbaar. Titeltrack The Offering gooit al met wat meer variatie en River komt er vervolgens achteraan met een drum als een mitrailleur die elk segment van het nummer aankondigt en afsluit. The Second Son lijkt eerst een filler die gewoon voort borduurt op al het goede wat ze tot nu toe geven, maar gaat aan het einde toch flink tekeer en word gesierd door eens wel een bevredigend slot. Zo. Punt. Die staat!

Het album word doormidden gehakt door een verrassende ballad; The Devils Hand. Verrassend omdat het je eerst laat genieten van een mooie pauze in de herrie en vervolgens tegen het einde toch even de volumeknop onverwacht opendraait, om die net zo snel weer dicht te draaien. Een tikje apart maar zeker geen slechte keuze! Die truc pakken ze ook nog even uit de kast met het volgende nummer; Into The Light. Begint relaxed en dan, hallo drums! Zo’n intro verveelt nooit. Scarlet Angel is wat langzamer maar geeft des te meer impact. Bij vlagen bitterzoet en een gedenkwaardige finale.

The Path is een instrumentaal stuk dat de gitarist er duidelijk in wou hebben om zijn talent even te showcasen - wat zeker geen overbodige stap was op weer het godsgruwelijke vervelende fade-out einde na dan. Magnum Opus van het album is hekkensluiter The Ghost of Innocence. Voor dit nummer alleen al moet je deze hele plaat al kopen; elke noot is bevredigend, heeft een groots begin en een nog groter einde. Episch zonder over the top te gaan. Echt eentje die je even goed op jezelf moet laten inwerken en als je aan het einde niet "wauw" zegt, dan luister je verkeerd.

Ik zou bijna als eindconclusie geven ‘gewoon een goed album’ - want dat is het ook - maar de klank daarvan doet het geen eer aan. Als je op zoek bent naar een steengoeie, solide plaat die niet te zwaar op de maag ligt, lekker weg luistert maar je toch dendert als een aardbeving, zoek niet verder. Dit is - inderdaad - gewoon f*cking goed!

Sean Dowell - Drums

Ken Fobert - Guitars

Sean Werlick - Keyboards

Matt Marinelli - Vocals, Guitars

Trevor McBride - Bass