Loading...

Orden Ogan - Gunmen

Gepost in Reviews door Linda Heeringa op 24-06-2017

Tracklist

01. Gunman
02. Fields Of Sorrow
03. Forlorn And Forsaken
04. Vampire In Ghost Town
05. Come With Me To The Other Side (ft. Liv Kristine)
06. The Face Of Silence
07. Ashen Rain
08. Down Here (Wanted: Dead Or Alive)
09. One Last Chance
10. Finis Coronat Opus

Als ik zeg dat Orden Ogan goed bezig is de laatste tijd is dat een vet understatement. Deze Duitsers worden geprezen als de Second Coming van Blind Guardian, en binnenkort gaan ze op tour met Rahpsody of Fire in het voorprogramma. Deze band is binnen zeer korte tijd gegroeid van support bandje voor de bigger boys, tot headliner die opeens de bekendere namen in HUN voorprogramma heeft. Dat doen ze zeer netjes, en ze hebben het zeker verdiend!

Hun nieuwste aanwinst, Gunmen, draagt ook zeker bij aan dat succes. Ik heb de eerste twee singles op dit punt al helemaal grijs gedraaid! Opener en titeltrack Gunman staat al een tijdje op youtube met bijbehorende clip. Hun mascotte, Allister Vale word per album steeds meer een zombie-figuur, die nu opduikt in het wilde Amerikaanse westen, wat ook het thema vormt van dit plaatje. Qua muziek is dit Orden Ogan zoals we ze altijd hebben gekend. Glorieus refrein, 100% meezingkwaliteit en heerlijke riffs en solo’s. Gewoon hun simpele succesformule die me nooit gaat vervelen.

Fields of Sorrow is al wat andere koek. Uitgebracht als tweede single, die qua tekst nog het meest ballad-achtig aandoet, op een compleet ballad-vrij album. De tekst is rauw, grijpt je bij de strot en de verbitterde toon in het refrein onderstreept het verhaal op geniale wijze. Gevoelens van verdriet, wraak en vergelding resoneren door de melodie, die op zich niet eens zo melancholisch is. De coupletten zijn weinig bijzonders maar het refrein is heel slim aangepakt, “I’m standing right here where she left...” waar de puntjes aan het einde worden aangedikt door een pauze in de tekst, die de rauwe betekenis extra onderstreept, en de impact van het verhaal meer door laat dringen. Zodra dat bittere tweede refrein erbij komt staat het kippenvel helemaal op mijn armen!

Forlorn and Forsaken heeft juist zijn sterkte in de coupletten en de tussenstukken zitten, met een opzwepende, ingehouden beat, diepe riffs en uitmuntende solo’s. Vampire in Ghost Town galoppeert op een meeslepend ritme verder. Hopelijk komt deze in hun live setlist terecht, want deze nodigt zeker uit tot mee-bléren van “VAMPIRE! – vampire in ghost town.” De welbekende Liv Kristine schittert in haar gastrol in Come With Me To The Other Side, dat verraderlijk zoet en kalm begint, maar al gauw komen de gitaren de hoek om beuken en is dit er ook weer eentje die flink erin hakt. Toch zou deze ook als ballad kunnen werken, in het idee van wat ze eerder hebben gedaan met de albums Vale en Easton Hope, met To New Shores of Sadness. The Face of Silence is dan weer een van hun hymnes over een groep met een verheven titel. Ook weer in de stijl van oudere nummers zoals Nobody Leaves en Ravenhead. Trots maar enigszins melancholisch, zijn ze altijd dit of dat. “we are...” vul maar in. Ook dit nummer classificeert weer als prima meezinger, met zo’n heerlijk vocaal staartje.

Ashen Rain is wat minder behapbaar als de rest, misschien wat duisterder, maar wel een van de meer geniale nummers op het album. Niet zo straight-forward, en het dendert voort als een briesend paard. Down Here (Wanted: Dead or Alive) gooit, waar mogelijk, nog meer bravoure in de meervoudige heerlijkheid van zanger Seeb’s strot, die sowieso elk Orden Ogan refrein ooit siert. Ook deze rommelt op fijne cadans verder en is in een oogwenk alweer overgegaan in One Last Chance, dat meer als brug werkt naar de laatste final stand, Finis Coronat Opus, die met zijn ruim 8 minuten een van de weinige ''klappers’’ is die ze in hun carrière hebben gemaakt. In eerste instantie ook weer eentje die niet te makkelijk te behappen is, en wat meer luisterbeurten nodig heeft. Het refrein is wat langzamer dan de rest, en opmerkelijk in Latijn gezongen. Meerdere emoties worden opgewekt, en vormt daarmee een mooie samenvatting van het album. Het eindigt wel werkelijk grandioos, waar het een stukje van die bitterzoete rauwheid van Fields of Sorrow terug pakt in een stuk dat zich steeds herhaalt in een prachtige chant, en vormt de kers op de taart van het hele plaatje.

De beste nummers liggen in mijn mening in de eerste helft van het album, en daarna wordt het een wat in elkaar overlopend feest van galopperende ritmes, multivocale refreinen, riffs om je vingers bij af te likken....gewoon steengoede metal zonder teveel poespas. Dat laatste nummer knalt er daarna nog even goed uit, en ze zetten daarmee een zeer solide plaatje neer. Orden Ogan blijft hun signature sound goed vasthouden, maken van elk nummer een feest, weten hun eigen sfeer over te brengen. De ‘’wild west’’ sfeer is bij vlagen heel subtiel aanwezig in dit album, en verweeft prachtig met de stijl waar Orden Ogan om bekend staat. Gewoon, no-nonsense glorieus beuken, fantastische refreinen, een zalige hekkensluiter....dit plaatje is weer alles wat we van Orden Ogan verwachtten, en meer!

Sebastian "Seeb" Levermann - Vocals, Guitars, Keyboards

Tobias Kersting - Guitars

Niels Löffler - Bass

Dirk Meyer-Berhorn - Drums